dinsdag 15 december 2009

Open

Het is de titel van de autobiografie van André Agassi. Het boek leest als een aanklacht tegen kinderarbeid. Als kleine jongen zonder wil of wens werd hij door zijn vader gedwongen om alle vrije uren tussen de lijnen van het tennisveld te verkeren. Zo ontstond een product waarachter hij zelf tot aan zijn 27ste helemaal niet stond. Daardoor kon het dus zomaar gebeuren dat hij tijdens de finale in 1990 in Parijs meer bezig was met zijn blonde pruik dan met het terugslaan van ballen. Toen begreep ik niet dat hij van Gomes verloor. Nu weet ik dat hij nauwelijks kon bewegen want anders zouden zijn kunstharen van zijn hoofd vliegen en zou het reclameobject als een pudding in elkaar ploffen en van alle mythe worden ontdaan. Jaren later kwam hij na een vrije val op de wereldranglijst en een gedwongen pauze kaal geschoren terug tijdens de Open Australische Kampioenschappen en won dat toernooi onmiddellijk. Uit het as herrezen, als opmaat voor de meeste successen in notabene de tweede helft van zijn loopbaan. Inmiddels is Agassi een wijze man van 39, die aan de zijde van zijn vrouw Steffi Graf zich inzet voor de arme jeugd in Las Vegas. Hij wil een veel betere vader voor zijn 2 kinderen zijn dan dat zijn eigen vader ooit is geweest voor hem. Aan zijn gezicht kun je zien dat hem dat lukt en gelet op de inhoud van zijn prachtige boek is dat de grootste overwinning die hij heeft geboekt. Hij laat zijn kinderen spelen in plaats van werken.

woensdag 9 december 2009

Claudia (vervolg)

Dat van oorsprong Oost-Duitse meisje van vroeger krijgt nu op haar 37ste tijdens een zoveelste training te horen dat ze mag starten in de Wereldbeker wedstrijd in Salt Lake City, om zo nog te proberen een startbewijs te krijgen voor de Olympische Spelen in Vancouver, alwaar ze dan wellicht toch nog een kans krijgt een negende medaille te halen op een afstand hardrijden op de schaats, als tenminste de procedure, die nu ingezet is door de voorlopige uitspraak van de burgerrechter in Zwitserland, die een eerdere uitspraak van het CAS even terzijde heeft geschoven, het vervolg krijgt die de schrijver van dit stukje hoopt. Nu is het natuurlijk wel zo dat ik helemaal niet geloof dat Claudia Pechstein in Salt Lake City potten gaat breken op de 3000 meter, maar ik ben al lang blij als zij Renate Groenewold voorblijft. Zelf is ze ook heel sceptisch als het om haar prestatie gaat. Niet te vroeg juichen, want alles kan ook zomaar weer voorbij gaan. In topsport is niks zeker. Louis van Gaal zit ineens weer stevig in het zadel in München na de overwinning op de oude dame Juventus uit Turijn. God wat speelde die ploeg als een oud wijf. Tiger Woods heeft even veel minnaressen als clubs en als je net je bewondering hebt uitgesproken over de schaatscoach Peter Müller, wordt deze meneer door de Noorse bond ontslagen wegens sexuele verbale intimidatie. Verleden jaar was hij ook de coach van Claudia. Zou dat haar wisselende bloedwaarden verklaren?

vrijdag 4 december 2009

Claudia


In 1987 reed een meisje van 15 jaar oud met de regelmaat van de klok rondjes op een racefiets op de wielerbaan ergens in Oost-Berlijn. De baan lag temidden van een uitgestrekt sportcomplex. Het was pronkstuk van de DDR en via een uitwisselingprogramme kreeg de steller dezes de mogelijkheid om een kijkje te nemen in de keuken van de (top)sport van dit communistische land. Telkenmale reed zij rondjes van 33 seconde en een paar tiende. En dat meer dan een uur. Navraag leerde mij dat dit meisje aan hardrijden op de schaats deed. In Europa wisten wij van niets want op de banen waren nooit Oost-Europese wedstrijdschaatsers te zien geweest. Ik had een kort gesprek met haar en ik moest haar naam maar goed onthouden want ooit, zo zei ze met de stelligheid van een vast geloof, zou ze Olympisch kamioen op de lange afstanden worden. Na de val van de Muur heeft zij woord gehouden en werd Claudia Pechstein de beste Olympiër van Duitsland ooit. 22 jaar later zou ze nog 1 keer willen deelnemen, maar verhoogde bloedwaarden gooide de deur op slot. Geen toegang tot Vancouver. Is zij een dopingzondaar? Ik geloof er geen barst van. Ze is in mijn ogen te oprecht om zich te bezondigen aan bloeddoping. Haar sportbeleving van meer dan 20 jaar is liefde. Ik heb dat met eigen ogen vanaf het prille begin zelf gezien. Daarom kan ik het niet rijmen met de idee dat ze mij al die jaren om de tuin geleid heeft.

donderdag 29 oktober 2009

DOPING

Bomen goud gekleurd. Het gras, nog groen, behoeft geen maaier. Het is herfst. Al bijna winter, en dan is alles wat leeft gestorven. Voor de steller deze kan het wel eens een winter worden die niet meer over gaat. Komend weekend begint het schaats seizoen met de eerste World Cup wedstrijden. Claudia Pechstein is er nog niet bij. Voorlopig voor 2 jaar geschorst vanwege vermeende dopinggebruik. Ze vecht het aan. Ze moet wachten. Ze wil nog een keer naar de Olympische Spelen. In de afgelopen 20 jaar, ja u leest het goed, twintig jaar heeft ze 8 keer op het schavot gestaan. 5 keer op de hoogste treden. Maar het goud lijkt nu verder weg dan ooit. Als zij de rechtszaak verliest is schaatsen voor mij een gedane kwestie. Ze is te puur, te oprecht, te eerlijk om haar eigen lijf te dopen. Als zij lacht is het netzo ijsbrekend als het guitige hoofd van Agassi na een winstpartij uit vervolgen tijden. Drie keer buigen naar het publiek. Na 1998 stond hij tijdens de Grand Slam 5 keer op de hoogste treden. Daarvoor was hij anderhalf jaar de weg kwijt. In de armen van Barbara Steisand nam hij christal meth, een lekkere partydrugs. Het is doping, maar je wordt er geen betere tennisser door. Agassi is te puur, te oprecht, te eerlijk om zijn lijf te dopen. Hij heeft 20 jaar toptennis gespeeld en heeft net als Pechstein in die periode de liefde voor de sport uitgedragen. Aan de zijlijn staan nu de beulen om mij, de liefhebber, een eeuwige winter in te leiden.

dinsdag 5 mei 2009

DIKKE LULHANNES

Het was al nooit de beste voetballer, maar zeker is wel dat hij als voetbalmanager bij Bayern München een zo mogelijk nog grotere mislukking is. Hij weet zich omringt door mensen die uit een ver verleden hun sporen in de voetballerij hebben verdiend, maar inmiddels hebben bewezen in de tijd van het nu niet meer mee te kunnen. De beslissingen die ze nemen zijn gespeend van elke realiteitszin, maar ze hebben de macht en dus wordt hun tenenkrommend beleid uitgevoerd en alle Duitse journalisten nemen het voor zoete koek aan. De éne wanvertoning na de andere, uitleg dat vlees noch vis is, ontslag van de trainer, opgevolgd door ontslag van de trainer, en dan weer een trainer. En zelf blijven zitten, ook nog in de dugout. Met een dikke bierbuik, juichen om een doelpunt alsof het eigen verdienste is. Hij is de vetgevreten manager van dienst. Hij is en typisch voorbeeld van een foute Duitser. Daarvan waren er zovelen in de tijd van de NSDAP. Eenmaal in een tenue dachten ze wat voor te stellen, terwijl ze niet meer waren dan loopjongens die mee heulden met de leider. Verklikkers van het ergste soort, en zich altijd verschuilend achter een ander, die al het foute eigenlijk had gedaan. Misselijk makende individuen zijn het, leidend tot grote vormen van allergie bij de steller dezes! Het wordt tijd dat de nieuwe trainer hem de grootste rotschop geeft uit zijn gehele cariërre. Tegen de linker knieschijf, zodat Uli Hoeness nooit meer goed kan lopen.

dinsdag 17 februari 2009

ANALYSE

De goede man had een toekomst om wellicht de beste te worden in zijn eigen sport. Een paar jaar misschien, maar een zwabbervoet maakte een abrupt einde aan die loopbaan. Toch had het net lang genoeg geduurd om het jargon van zijn trainer zich eigen te maken en de onbegrijpelijke woordenstroom over te nemen. En zo groeide hij ergens ver weg in de Verenigde Staten uit tot een oefenmeester die zijn leerlingen liet praten met de omstandigheden. De sporters gingen onder zijn leiding in gesprek met het ijs en al de natuurlijke aanleg vervormde zo tot een wetenschappelijke benadering. Zoveel succes had hij niet, maar schijnbaar genoeg om terug te keren naar Nederland. Daar werd hij de spil van een ploeg waar jonge nog frisse en alleszins ongedwongen schaatsers in rap tempo hun spontaniteit verloren. In de tv-camera’s na verloren rondjes staan ze met bleke gezichten te vertellen waarom het lichaam niet doet wat het in trainingen en volgens de computerschema’s wel kan. Ondanks die feitelijkheid is het succes van de coach eigenlijk alleen maar te danken aan 1 uitzonderlijk talent en een enkele oprisping van 2 anderen in tijden dat de concurrenten er even geen zin in hadden. De optelsom is dan ook dat de gevierde coach zijn keel schor schreeuwt ter compensatie van alles wat hij niet kan en nooit zal kunnen. Hij is zijn zwabberniveau nooit ontstegen. Gerard Kempers is veel minder goed dan men denkt.

woensdag 4 februari 2009

SCHOONHEID

Er was eens een tijd dat hij een wedstrijd speelde in de wedstrijd. De schoonheid van zijn spel, leed daar niet onder, immers hij is een groot liefhebber. Dat blijkt ook uit de manier waarop hij praat over de helden uit een vervlogen tijd. Hij kent zijn klassiekers, kleed zich oprecht in een mooi wit tenue als hij het historische gras betreed. Jarenlang was hij heer en meester, maar ook leerling en blijvend nieuwsgierig naar verbetering. Hij leek voorbestemd om de beste aller tijden in zijn sport te worden, maar 4 jaar geleden kwam de eerste aanwijzing dat dat geen vanzelfsprekendheid zal zijn. Een Spaanse jongen van 18 stelde zich zomaar op als een stierenvechter op gemalen dakpannen. In de warmte van de Parijse zon heeft hij tot op de dag van vandaag nog niet verloren. Inmiddels is de liefhebber door diezelfde jongeman ingehaald. Het besef dat niet hij, maar wellicht de ander, de beste aller tijden gaat worden, de idee dat de aantoonbare verbetering van de afgelopen maanden toch niet voldoende blijkt te zijn om te winnen, en ook geen garantie is voor de toekomst, brak hem, en de hele wereld keek toe. Het zal een sportmoment zijn, dat zal verworden tot klassieke liefde, een monument van trots en terechte heldendom. De emotie, onomkeerbaar, de algehele controle voorbij. Het is in mijn ogen waarschijnlijk deze optelsom der dingen, die Roger Federer in al zijn schoonheid hevig deed huilen.

vrijdag 16 januari 2009

IJS

In de laatste dagen van verleden jaar is de wind gaan liggen en heeft de vorst het reststand van vloeibaar water doen stollen in ijs. Overal in de polder liggen bevroren sloten en plassen tussen de omgeploegde landbouwvelden. Tot aan de einder kriskrassen bontgekleurde mensen van alle leeftijden door het Nederlandse winterlandschap van begin 2009. Kinderen van 10 jaar oud staan voor het eerst in hun leven op het ijs van het Veluwemeer. In de bermen en op de dijken staan auto’s volstrekt willekeurig geparkeerd met hoopjes kleding en schoenen ernaast. De laatste keer dat ik op schaatsen stond is 10 jaar geleden. Na een kwartier hield ik het voor gezien, veel te koude voeten in geleende en te kleine Noren van mijn toenmalige buurman. Van die weersomstuit trok ik hardloopschoenen aan en draafde langs de Kalenbergergracht alle beginnende schaatsers voorbij. Dat doe ik nog steeds. Vandaag in de polder van Flevoland ren ik kilometers ver door de aangelegde kale bossen, over de betonnen fietspaden, tussen en met een kudde wilde paarden, opzoek naar de finisch die ooit komt. Rennen is voor mij de enige manier om dat naderende einde zolang mogelijk weg te houden en tijdens het lopen beslis ik zelf hoe ver ik wil gaan. De tijd van schaatsen stopt waar het land begint of als het ijs gaat smelten. Te kort om je lang jong te voelen, terwijl de ouderdom nadert. De enige bij wie dit niet gebeurt is Claudia Pechstein!