zaterdag 28 augustus 2010

Anton Geesink

De herfst is dit jaar al heel erg vroeg ingetreden. Eerst Conny Stuart, vervolgens Ton van Duinhoven, maar beiden al erg oud. En nu de reus uit Utrecht. In 1964 schreeft Anton Geesink sportgeschiedenis door in Japan de onverslaanbaar geachte Kaminaga in eigen huis te verslaan en zo Olympisch kampioen te worden in het judo, een kleine Nederlandse sport. Door een houdgreep liepen de sekonden weg en werden volgepraat, ik denk door Bob Spaak, maar de inspreker van dit korte verhaal weet het misschien beter, en kan met zijn zoekmachine de ware commentator beslist achterhalen. Vooralsnog, Bob Spaak. Vervolgens stond Anton rustig op en stuurde iedereen de mat af. Respect voor de tegenstander, het buigen, dat eerst, daarna pas juichen. Ben de Graaf was in Nova komen opdraven om zijn verhaal te doen, want hij was een van de weinige sporverslaggevers die in Japan aanwezig waren. De Spelen waren nog in zwart-wit, kijkerspubliek niet of nauwelijks. Er was een filmpje waarop te zien was hoe de grote Anton bomen boven zijn hoofd tilde en door Japanse bossen sleurde. Hij sprong over medesporters, die reeds op de grond geknield lagen heen, en bouwde zo aan zijn conditie. Anton was zijn tijd ver vooruit, des te pijnlijker dat hij als lid van het IOC in diezelfde tijd is stil blijven staan en dat in de beeldvorming van de mensen Anton Geesink is verworden tot een olifant in een keukenkast. De beste man verdient als de grootste sportman uit onze geschiedenis een standbeeld in het nieuwe centrum van de Domstad.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten