vrijdag 16 januari 2009

IJS

In de laatste dagen van verleden jaar is de wind gaan liggen en heeft de vorst het reststand van vloeibaar water doen stollen in ijs. Overal in de polder liggen bevroren sloten en plassen tussen de omgeploegde landbouwvelden. Tot aan de einder kriskrassen bontgekleurde mensen van alle leeftijden door het Nederlandse winterlandschap van begin 2009. Kinderen van 10 jaar oud staan voor het eerst in hun leven op het ijs van het Veluwemeer. In de bermen en op de dijken staan auto’s volstrekt willekeurig geparkeerd met hoopjes kleding en schoenen ernaast. De laatste keer dat ik op schaatsen stond is 10 jaar geleden. Na een kwartier hield ik het voor gezien, veel te koude voeten in geleende en te kleine Noren van mijn toenmalige buurman. Van die weersomstuit trok ik hardloopschoenen aan en draafde langs de Kalenbergergracht alle beginnende schaatsers voorbij. Dat doe ik nog steeds. Vandaag in de polder van Flevoland ren ik kilometers ver door de aangelegde kale bossen, over de betonnen fietspaden, tussen en met een kudde wilde paarden, opzoek naar de finisch die ooit komt. Rennen is voor mij de enige manier om dat naderende einde zolang mogelijk weg te houden en tijdens het lopen beslis ik zelf hoe ver ik wil gaan. De tijd van schaatsen stopt waar het land begint of als het ijs gaat smelten. Te kort om je lang jong te voelen, terwijl de ouderdom nadert. De enige bij wie dit niet gebeurt is Claudia Pechstein!